vrijdag 5 februari 2016

De uitbreiding van 1807: Oostfriesland, Jever, Varel, Knyphausen

Napoleon had iets grensverleggends in zich. In een notendop: Met man en macht trok hij over grenzen, hief ze op, legde nieuwe. Door heel Europa en ook daarbuiten had hij succes. In 1813 werd het allemaal wat minder, hij ging bij de Volkerenslag bij Leipzig het schip in, ging weer terug naar Frankrijk, naar zijn eigen kant van de Rijn, kon een invasie uit het oosten van Frankrijk niet voorkomen, werd opgepakt en door zijn overwinnaars naar Elba gestuurd waar hij voor soeverein vorst mocht spelen. Hij had er een aardig optrekje, het klimaat was goed, maar hij wilde er toch niet blijven en ging in 1815 weer terug naar Parijs. Honderd dagen duurde dat feest, uiteindelijk in juni 1815 ging het definitief mis: hij stak met zijn leger in de buurt van Charleroi de grens van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden over en werd door toedoen van prins Willem,
Willem
onze Held van Quatre Bras en Waterloo, verslagen  (en, ik geef toe, met een beetje hulp van een handvol Britten, Hannoveranen, Brunswijkers, Nassauers, Pruisen en wat ander volk onder leiding van  de Ier Arthur Wellesley, hertog van Wellington, en de Mecklenburger Gebhard Blücher).
Wellesley en Blücher voor Waterloo
geschilderd door
Robert Alexander Hillingford
Napoleon ging terug naar Frankrijk, probeerde nog dicator van Frankrijk te worden, wilde daarna naar de Verenigde Staten vluchten, probeerde asiel te krijgen in Engeland, werd belazerd en eindigde eenzaam maar niet alleen op koud, kil en vooral ver weg Sint Helena.

Wat hadden wij daar allemaal mee te maken? Wel wat. Ook wat kort door de bocht: Napoleon had van wat ooit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en daarna de Bataafse Republiek en uiteindelijk het Bataafs Gemenebest was in 1806 het Koninkrijk Holland gemaakt. Broertje Lodewijk Napoleon werd koning gemaakt. In 1807, na wat veldslagen, had Napoleon vrede gesloten met de tsaar van Rusland (met zijn allen op een vlot in de Memel) en met de koning van Pruisen. De Pruisische koning had blijkbaar geen beste onderhandelingspositie, hij raakte zo ongeveer de helft van zijn grondgebied kwijt aan Napoleon. Artikel 7 van het vredesverdrag (het Verdrag van Tilsit van 9 juli 1807) bepaalt dat de bezittingen van de Pruisische koning tussen Elbe en Rijn overgaan naar de Franse keizer, Napoleon, en dat die zelf die bezittingen mag toebedelen aan de koningen, groothertogen, hertogen en prinsen die hem aanstaan:
ARTICLE 7
S.M. le Roi de Prusse cède en toute propriété et souveraineté aux rois, grands-ducs, ducs ou princes qui seront désignés par S.M. l'Empereur des Français, Roi d'Italie, tous les duchés, marquisats, principautés, comtés, seigneuries, et généralement tous les territoires ou parties de territoires quelconques, ainsi que tous les domaines et biens-fonds de toute nature que Sadite Majesté le Roi de Prusse possédait, à quelque titre que ce fût, entre le Rhin et l'Elbe, au commencement de la guerre présente .
Met dat verdrag en dit artikel in de hand is Napoleon aan het ruilverkavelen geslagen. Zijn broertjes Jérôme en Lodewijk kregen elk ook wat. Jérôme werd koning van het nieuwe Koninkrijk Westfalia.

Jérôme Bonaparte
Lodewijk Napoleon Bonaparte














Lodewijk kreeg voor zijn Koninkrijk Holland het prinsdom Oostfriesland. De heerlijkheid Jever kreeg hij ook, maar dat kwam niet van de Pruisische koning maar van de Russische tsaar die dat in zijn verdrag van Tilsit van twee dagen eerder zo met Napoleon had afgesproken:
ARTICLE 16
S.M. l'Empereur de toutes les Russies cède, en toute propriété et souveraineté, à S.M. le Roi de Hollande, la seigneurie de Jever dans l'Ost-Frise .

Uiteraard moest dit allemaal worden vastgelegd in een verdrag met zegels en handtekeningen. Het verdrag ziet er wat simpeltjes uit, zeven pagina's tekst met aan het eind die zegels en handtekeningen:









Jean-Baptiste Nompère de Champagny, de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Willem Six van Oterleek, Hollands staatsraad en commissaris naar Frankrijk, Johannes Goldberg, Hollands staatsraad en Frederik van Leyden van Westbarendrecht, lid van het Hollandse Wetgevend Lichaam, tekenden en zegelden op 11 november 1807 in Fontaineblaeu het verdrag.
Van Leydenvan Westbarendrecht

Nompère de Champagny
Goldberg


Een dag later, 12 november 1807, ratificeert l'Empereur de France Napoleon, tevens koning van Italië en beschermer van de Rijnstaten, het verdrag persoonlijk in een veel mooiere akte met een groot uithangend keizerlijk zegel in een messing blikje en met prachtige tressen eraan. Dat ziet er nogal wat professioneler en gestoffeerder uit:











En toen was het Koninkrijk Holland in het noorden wat groter, hoorden Ostfriesland, Jever, Knyphausen en Varel bij ons en liep de grens wat anders.

In het noordoosten en het kleine stukje helemaal in het oosten is Varel,, dat kregen we er ook nog bij
Er gebeurde ook nog wat in de buurt van Zevenaar, Valburg en Wesel, er werd gerommeld met Lommel, Vlissingen werd Frans en zo nog wat zaken en in 1810 ging het allemaal weer wat anders, maar dat was ver weg later en dus niet zo belangrijk.

Voor de archivarissen onder ons licht ik de artikelen 3 en 10 er nog even uit:

 

Napoleon snapte dat ...

Het hele verhaal hierboven moest ook nog in Hollandse wet worden uitgewerkt, dat kwam in januari 1808 rond, maar dat was maar uitwerking van het beleid.

Nationaal Archief, Den Haag, Buitenlandse Zaken, nummer toegang 2.01.08, inventarisnummer 439

Geen opmerkingen:

Een reactie posten