Bij de tegenwoordige regeling en bepaling der grenzen, zijn tot grondslag genomen de grensverdragen, die in dato 16 Mei 1548, 1 Augustus 1659, 18 Mei 1778, 1 April en 3 September 1779, 26 Augustus en 9 September 1801, over de grenzen tusschen de Nederlandsche provincien Overijssel en Drenthe en het Hannoversch graafschap Bentheim, en in dato 27 October en 10 November 1764, 11 en 29 October 1784, over de grenzen tusschen de Nederlandsche provincien Groningen en Drenthe en de Hanoversche kreits Meppen, alsmede die, welke in dato 24 Junij 1636, 14 Maart 1700, 28 Augustus en 2 November 1706 en 26 Januarij 1723, over de grenzen tusschen de Nederlandsche provincie Groningen en de Hannoversche provincie Oost-Vriesland, zijn gesloten. Daar intusschen in deze verdragen gedeeltelijk de grenzen op verschillende punten niet zijn opgegeven, of wel niet naauwkeurig genoeg bepaald, gedeeltelijk ook ten opzigte der grens-afwateringen, geene voldoende bepalingen bevatten, zoo zal door het tegenwoordig tractaat in deze gebreken worden voorzien, ten einde, zoo min over het een als over het ander dezer onderwerpen, in het vervolg eenig verschil plaats vinde.
Overigens zullen alle in de bedoelde verdragen voorkomende bepalingen, in zoo verre dezelve door het tegenwoordig tractaat, hetzij in het algemeen, hetzij in het bijzonder, niet zijn veranderd en opgeheven, hare volle kracht behouden.
Artikel 2
Artikel 2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten