In 1824 hebben de buren Nederland en Hannover "tot onderhouding der rust op de grenzen, dezelve over de geheele linie, waar de beide Rijken aan elkander sluiten, te regelen en vast te stellen, en tevens de tusschen wederzijdsche grensbewoners, wegens wederkeerige betrekkingen, hier en daar bestaande oneenigheden zoo mogelijk te vereffenen, alsmede, ten opzigte der grens-afwaterings-inrigtingen, de voor beide Staten meest doelmatige bepalingen te treffen", afspraken gemaakt. In die afspraken staat waar de grens loopt, hoe die is aangeduid en ook hoe de grensaanduidingen op aanwezigheid nagekeken dienden te worden.
In 1824 werd afgesproken dat er twee soorten grensstenen zullen zijn: hoofdstenen voor de hoofdpunten en tussenstenen daar waar de afstand tussen de hoofdstenen te groot zou zijn of waar het anders dienstig werd geacht. Voor de hoofdstenen zowel als de tussenstenen werden afspraken over de maten gemaakt en voor welk deel boven de grond en welk deel onder de grond zou moeten zitten. Aan de Nederlandse zijde zouden de stenen gemerkt moeten worden met een "N" en aan de Hannoverse zijde met een "H", ze werden doorlopend genummerd en de hoofdstenen kregen ook nog het jaartal 1824 mee. Oudere, nog voorhanden en bruikbare, stenen bleven staan en werden waar nodig opgeknapt. De grens zag er weer mooi en duidelijk uit.
Tussenpaal 181 I (inmiddels hernummerd tot 181 III) achter Bourtange. Netjes voorzien van de "N", genummerd en op de goede maat |
In 1852 werd dit wat aangescherpt. Voortaan moest de grensschouw in de maand mei geschieden (en Hannover was inmiddels opgenomen in Pruisen):
Ik heb het niet nagekeken, maar ik ga er van uit dat elk jaar mei driftig de grens werd gecontroleerd, behalve in oorlogstijden. Tot in ieder geval 1920 werd tijdens de oorlog de grens niet gemeenschappelijk gecontroleerd blijkt uit een brief die de Minister van Buitenlandse Zaken aan de zowel de gezant in Berlijn als in Brussel stuurt: of de gezanten willen vragen of de grenscontrole in mei weer kan worden opgepakt, inmiddels een vijfjarige controle valt ook uit de minuut van de brieven op te maken.
Aan Nederlandse zijde was overigens gewoon doorgecontroleerd, in februari 1920 werd gemeld dat grenssteen 100 is omgevallen en weer rechtop gezet moet worden en dat de stenen 179, 180 en 180 I herplaatst of vernieuwd moeten worden. Daar was dus de hulp van de buren bij nodig, de gezant werd gevraagd de Pruisen te verzoeken ambtenaren aan te wijzen die samen met Nederlandse ambtenaren de stenen rechtop te zetten, te herplaatsen of te vernieuwen.
Duitsland (Pruisen bestond niet meer als zelfstandig land) ging akkoord, jaarlijks zou er weer gecontroleerd worden en, blijkt uit een ander schrijven, er werden ambtenaren aangewezen voor het rechtzetten, herplaatsen en vernieuwen.
Met ingang van 1920 dus weer gewoon grenscontrole, niks aan de hand. Tot januari 1940, dan vraagt de Minister van Buitenlandse Zaken de Gezant in Berlijn eens bij de Duitsers te informeren hoe het zit met de grenscontroles, immers de burgemeester van Emmen loopt er tegenaan dat de Duitsers niet meer mee lijken te doen. Dan blijkt ook dat de grenscontroles in 1915 werden gestaakt wegens oorlogsomstandigheden
Het antwoord uit Berlijn komt snel: in een Verbaalnote van 24 februari 1940 gaan de Duitsers er mee akkoord de grenscontroles voorlopig, zolang de oorlog duurt, maar te staken.
Alle bovenstaande afspraken komen voort uit artikel 42 van het Verdrag van Meppen van 1824. Dat artikel werd per 6 mei 1940 ingetrokken ...
Alle gebruikte archiefstukken bevinden zich in Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: A-dossiers, nummer toegang 2.05.03, inventarisnummer 1117
Geen opmerkingen:
Een reactie posten