donderdag 22 september 2016

Over de instandhouding van de afbakening van de gemeenschappelijke grens

Grenzen moet je onderhouden, tenminste wel de afbakening van de grens. Dat kun je eigenlijk niet alleen, je hebt daar de andere kant van de grens bij nodig. Afspraken zijn geboden. In 1824 al, in het grenstractaat in de artikelen 42 en 43. Maar afspraken hebben zelden het eeuwige leven, zo ook deze artikelen 42 en 43 niet. Artikel 43 werd al in 1940 buiten werking gesteld, in 1981 volgde artikel 42. Nieuwe afspraken werden gemaakt, op 30 oktober 1980 ondertekende Diederic Wolter van Lynden, de Nederlandse ambassadeur, namens de Nederlandse regering, de nieuwe afspraken. Op 16 oktober 1981 trad het verdrag hieronder in werking.

Het komt er op neer dat is afgesproken dat de grens goed zichtbaar moet zijn en blijven. Oude grensstenen blijven zoveel mogelijk gebruikt, alles moet schriftelijk worden vastgelegd en wat schriftelijk vastgelegd is moet in kadastrale archieven worden opgeborgen en ik hoop terug te vinden zijn. Een soort respect voor de oude orde dus.

A. TITEL
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de instandhouding van de afbakening van de gemeenschappelijke grens; Bonn, 30 oktober 1980

B, TEKST
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de instandhouding van de afbakening van de gemeenschappelijke grens

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland -

Gezien het Verdrag van 8 april 1960 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag), alsmede het Verdrag van 30 oktober 1980 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake grenscorrecties (Eerste Verdrag inzake grenscorrecties),

Gelet op het feit dat de gemeenschappelijke landgrens op deze grondslag is afgebakend,

Verlangend de afbakening in stand te houden -

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1
De Overeenkomstsluitende Partijen verplichten zich ervoor te zorgen dat het verloop van de grens, zoals dit in het grenskaartwerk en in andere officiƫle stukken is vastgelegd, te allen tijde duidelijk herkenbaar en gewaarborgd blijft. Zij verplichten zich in het bijzonder ertoe de noodzakelijke
grenstekens in overeenstemming met deze Overeenkomst in stand te houden en zo nodig te vernieuwen.

Artikel 2
(1) Voor zover de huidige grensstenen niet opnieuw kunnen worden gebruikt, dienen voor de afbakening in beginsel grensstenen van graniet te worden aangewend, waarbij naar gelang van de betekenis van het grenspunt en de plaatselijke omstandigheden gebruik kan worden gemaakt en
van:
a) hoofdgrensstenen      1,80 x 0,24 x 0,24 m,
b) tussengrensstenen     1,00 x 0,18 x 0,18 m,
c) gewone grensstenen  0,65 x 0,15 x 0,15 m.
(2) De grenspunten worden, behoudens de regeling in het vijfde lid, door het midden van de kop van de grenssteen aangeduid.
(3) Elke grenssteen wordt, voor zover mogelijk, ondergronds verzekerd.
(4) Op plaatsen waar afbakening met grensstenen niet mogelijk is in verband met de plaatselijke omstandigheden, mogen ijzeren buizen, bouten e.d. worden gebruikt.
(5) Indien de grens in wegen, rivieren, beken e.d. loopt, dienen op daartoe geschikte punten twee grensstenen (dubbel grensteken) te worden geplaatst (terzijde aangebrachte afbakening). Het aldus afgebakende grenspunt ligt gewoonlijk in het midden van de rechte lijn die bij elk zodanig paar de middelpunten van de beide grenstekens verbindt.

Artikel 3
(1) Zowel op de hoofdgrensstenen als op de tussengrensstenen worden de nummers van de grenspunten met zwarte verf op een witte ondergrond aangebracht.
(2) De nummers van nieuw afgebakende grenspunten worden zodanig gekozen, dat zij aansluiten bij de huidige nummering. Bij nieuwe hoofdgrensstenen en tussengrensstenen in het gebied van de deelstaat Nordrhein-Westfalen wordt het desbetreffende nummer gevolgd door de letter A, B, ..... , in het gebied van de deelstaat Niedersachsen door het Romeinse cijfer I, II,..... . Gewone grensstenen en afbakeningen overeenkomstig artikel 2, vierde lid, krijgen de aanduiding van de voorafgaande
hoofdgrenssteen of tussengrenssteen, gevolgd door het cijfer of tussengrenssteen, gevolgd door het cijfer 1, 2, .... .

Artikel 4
In de grens mogen voortaan geen merkstenen worden aangebracht die slechts dienen om van daaraf verlopende eigendomsgrenzen aan te duiden. Deze grenstekens dienen gewoonlijk ten minste twee meter van de grens te zijn verwijderd.

Artikel 5
(1) De Verdragsluitende Partijen zullen volgens een driejarig rooster, voor het eerst in 1980, de grenstekens controleren en gebreken door de bevoegde landmeetkundige autoriteiten laten herstellen.
(2) De werkzaamheden ingevolge het eerste lid zijn in de jaren 1980 t/m 1982 enz. de taak van de Nederlandse autoriteiten en in de jaren 1983 t/m 1985 enz. van de autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland.

Artikel 6
Aan de bevoegde kadastrale autoriteiten van de andere Verdragsluitende Partij worden de resultaten van de controle en van de herstelwerkzaamheden medegedeeld. Zij dienen te worden betrokken bij het wegnemen van aanzienlijke gebreken, bv. het opnieuw of voor het eerst afbakenen van grenspunten.

Artikel 7
(1) Indien de duidelijke herkenbaarheid van de grens zulks vereist, dienen, ook buiten de periodieke controle en herstelwerkzaamheden aan de grenstekens, passende maatregelen ten aanzien van afbakening en opmeting te worden genomen.
(2) De werkzaamheden dienen door de autoriteiten te worden uitgevoerd die met de voorafgaande controle ingevolge artikel 5 waren belast.

Artikel 8
Van de werkzaamheden ingevolge de artikelen 5,6 en 7 dient een proces-verbaal te worden opgemaakt, dat aan de bevoegde autoriteiten van de andere Verdragsluitende Partij ter kennisneming moet worden toegezonden.

Artikel 9
De,in het kader van de instandhouding van de grensafbakening vervaardigde bescheiden worden in de wederzijdse desbetreffende kadastrale archieven opgeborgen.

Artikel 10
(1) De bevoegde autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland dragen zorg voor de aanleg en de instandhouding, op daartoe geƫigende plaatsen in de nabijheid van de grens, van speciale depots van grensstenen ten behoeve van de werkzaamheden tot instandhouding van de afbakening.
(2) De kosten van de aanschaffing van de grensstenen en van het vervoer daarvan naar de depots worden door de Regering van de Bondsrepubliek betaald en door de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden voor de helft vergoed.

Artikel 11
(1) Alle overige kosten van de afbakeningswerkzaamheden met inbegrip van het vervoer van de grensstenen vanuit het depot naar de grens worden door de Verdragsluitende Partij betaald die met de werkzaamheden (artikel 5, tweede lid, en artikel 7, tweede lid) is belast, en door de andere Verdragsluitende Partij voor de helft vergoed.
(2) De kosten van de opmetingen zijn steeds voor rekening van de Verdragsluitende Partij die ze verricht.

Artikel 12
Indien een staatsburger van een der Verdragsluitende Partijen een grensteken beschadigt of vernielt, dan draagt deze Verdragsluitende Partij, ongeacht de eventuele aansprakelijkheid van de veroorzaker van de schade of van een andere persoon, de totale kosten van het herstel of de vernieuwing. Voor zover de Verdragsluitende Partij die ingevolge de eerste volzin verplicht is de kosten te dragen, betalingen verricht voor het herstel of de vernieuwing van het grensteken, draagt de andere
Verdragsluitende Partij alle vorderingen die zij op grond van de beschadiging of de vernieling van het grensteken heeft op de veroorzaker van de schade of op een andere persoon, over op de Verdragsluitende Partij die verplicht is de kosten te dragen.

Artikel 13
(1) De personen die met de instandhouding van de grensafbakening en met de opmeting zijn belast, zijn gerechtigd, ook met hun voertuigen en werktuigen, ongehinderd de grens te overschrijden op alle plaatsen waar hun werkzaamheden zulks noodzakelijk maken.
(2) De bevoegde autoriteiten van beide Partijen dienen elkaar voor de aanvang van deze werkzaamheden hiervan in kennis te stellen.

Artikel 14
Deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op het Land Berlijn, tenzij de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden mededeling van het tegendeel doet.

Artikel 15
Artikel 43 van het op 2 juli 1824 te Meppen ondertekende grensverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Hannover en de op 8 maart 1852 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Pruisen gewisselde verklaring inzake de regeling van het
onderhoud en de vernieuwing van grenspalen op de grenzen tussen de twee staten worden met ingang van de datum waarop deze Overeenkomst in werking treedt, buiten werking gesteld.

Artikel 16
Deze Overeenkomst treedt in werking twee maanden na de dag waarop de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden aan de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland heeft medegedeeld, dat aan de constitutionele voorwaarden voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst is voldaan.


GEDAAN te Bonn op 30 oktober 1980 in tweevoud, in de Nederlandse en de Duitse taal, waarbij beide teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Voor de Regering van het                            Voor de Regering van de
Koninkrijk der Nederlanden                        Bondsrepubliek Duitsland
(w.g.) D. W. VAN LYNDEN                       (w.g.) G. VAN WELL


D. PARLEMENT
De Overeenkomst behoeft ingevolge artikel 60, tweede lid, van. de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal alvorens in werking te kunnen treden.

G, INWERKINGTREDING
De bepalingen van de Overeenkomst zullen ingevolge artikel 16 in werking treden twee maanden na de dag waarop de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden aan de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland heeft medegedeeld, dat aan de constitutionele voorwaarden voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst is voldaan.

J. GEGEVENS
Van het op 8 april 1960 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlandenen de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken, met Bijlagen en Slotprotocol (Grensverdrag), naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1960, 68; zie ook, laatstelijk, Trb. 1980, 137.
Van het op 30 oktober 1980 te Bonn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake grenscorrecties (Eerste Verdrag inzake grenscorrecties), met Bijlagen, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1981,9.
Van het op 2 juli 1824 te Meppen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Hannover tot stand gekomen Grenstractaat, naar welk Grenstractaat in artikel 15 van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de tekst bij Koninklijk besluit van 29 september 1846 bekendgemaakt in Stb. 54; zie ook Trb. 1975, 107.
Van de op 8 maart 1852 te Berlijn tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Pruisen gewisselde Verklaring inzake de regeling van het onderhoud en de vernieuwing van grenspalen op de grenzen tussen de twee Staten, naar welke Verklaring in artikel 15 van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de tekst bij Koninklijk besluit van 4 april 1852 bekendgemaakt in Stb. 56.

Uitgegeven de negende januari 1981.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C. A. VAN DER KLAAUW

Geen opmerkingen:

Een reactie posten